Nadat de Eerste Industriële Revolutie in een sluimerende slaap was weggegleden, staat in 1870 de Tweede Industriële Revolutie te trappelen om de wereld te overrompelen met haar innovatieve ontdekkingen. Hijgende en ratelende machines zullen als sluipmoordenaars over de wereld trekken en een einde gaan maken aan de harmonieuze en natuurlijke geluiden van velden, wegen en uitgestrekte bossen. Het gehinnik van ploegende paarden zal uitsterven en plaats maken voor het mechanische gepuf van tractoren. De zeis kan met pensioen en het leven van de gemotoriseerde maaier begint. De sprankelend schone luchten zullen worden bezwangerd met de rook van fabrieken.
Er is geen ontsnappen mogelijk. Evolutie is soms prachtig, vaak nodig, en altijd onomkeerbaar. 'Wat is' wordt 'wat was' en wordt vervangen door een nieuw normaal. Er is geen weg terug. Het is deze wet van onomkeerbaarheid die door de eeuwen heen telkens weer voor problemen heeft gezorgd. En nieuwe problemen staan in 1870 in de startblokken om het wereldtoneel te betreden. Dit is echter in 1867 nog ver weg voor Gospić, een slapend stadje in Kroatië. Vlakbij Gospić ligt het gehucht Smiljan waar in 1856 Nikola Tesla zijn eerste adem inzoog, om op 5-jarige leeftijd met zijn ouders te verhuizen naar Gospić.
De nu 11-jarige Nikola zit hoog in zijn favoriete boom. Een zeer oude, bejaarde eik die al honderden jaren lang dagelijks de zon begroet. Hij is een levend archief dat ridders voorbij heeft zien trekken, koningen en koninginnen heeft gekend en die nog lang zal voortleven nadat Nikola zijn laatste adem heeft uitgeblazen. Dit soort filosofische bespiegelingen zijn echter niet aan de jonge Tesla besteed. Zijn aandacht richt zich op de zon die nu ieder moment over de oostelijke horizon kan gluren. Nikola heeft zich er vaak over verbaasd dat de zon elke dag maar weer opnieuw opkomt, langzaam naar haar hoogste punt aan de hemel kruipt om vervolgens weer onder te gaan, ondertussen de aarde overgietend met licht en warmte. Voor Nikola een waar wonder waarvan hij zich soms afvraagt of hij de enige is die dit wonder beseft.
In 1908 was Amsterdam in Tesla’s beleving een stad die op een unieke manier in balans ws. De vier natuurkrachten, Aarde, Water, Vuur en Lucht dansten in harmonie om elkaar heen. Vergeleken met New York waar in 1908 naast Tesla nog zo’n 4,5 miljoen mensen woonden, was Amsterdam een dorp, maar dan wel een dorp met bijzondere inwoners die open stonden voor wonderen maar die tegelijkertijd ook stevig met hun voeten in de klei stonden. Je kon ze wijzer maken, maar je kon ze niets wijs maken. Het zijn deze zelfde mensen die Tesla nu uitdagen om zijn geheim prijs te geven.
De kolossale kroonluchters die in de Oranjezaal van het rijk bewerkte plafond naar beneden hangen, rinkelen onhoorbaar. De van kunstig houtsnijwerk voorziene lambriseringen, gemaakt van eeuwenoud eikenhout en misschien wel van de boom die Tesla als 11-jarige beklom, piepen en kraken door de nerveuze spanning die door de zaal waart. Blakend van zelfvertrouwen treedt Tesla de vele vragende blikken tegemoet. Als jonge jongen kreeg hij het binnenste van de zon niet uitgelegd aan zijn religieus denkende vader. Als tiener kon hij zijn dogmatisch denkende leraar niet duidelijk maken hoe hij door het apparaat reisde. En als jonge ingenieur kreeg hij het niet voor elkaar om zijn medelaboranten aan hun tunnelvisie te laten ontsnappen en ze te laten zien wat de reikwijdte van vrije energie zou kunnen zijn. Allemaal momenten die Tesla als nederlaag ervoer.
Maar nu is het moment van victorie aangebroken. Het moment waarop Tesla meer dan vijftig jaar heeft gewacht. Dit is zijn moment en hij geniet zichtbaar van de gretigheid waarmee zijn publiek wil luisteren. Het geschuifel van de stoelen, het gekuch en het geroezemoes is stilgevallen. Het plafond, het tapijt, de kroonluchters en de lambriseringen. Alles is tot zwijgen gekomen en wacht gelaten op wat komen gaat. Nog één keer scant Tesla de grote groep hem verwachtingsvol aanstarende mensen, alvorens hij hen onderdompelt in zijn betoog. “We leven in een fantastische tijd en staan op het punt een enorme evolutionaire sprong te maken.”