Wat weten we zeker? Ik bedoel wat weten we ECHT? Niet denken dat we het weten. WETEN dat we het weten? Nou, bijna niets. We leven in een ‘wereld’ waarin we gevoed worden met een constante stroom illusies en vervolgens manifesteren onze door illusies geteisterde gedachten en emoties de illusoire ervaring waarvan we ten onrechte denken dat die echt is. We noemen deze illusie ‘het menselijk leven’. Ik bedoel ‘ten onrechte geloven dat het echt is’ in de zin dat we denken dat we de werkelijkheid ervaren zoals we die waarnemen, terwijl dat niet zo is. Wat kunnen we in zulke omstandigheden zeker weten? Heel weinig. We kunnen de illusie aftasten op patronen, zoals ik 35 jaar lang heb gedaan, en vaststellen dat het een illusie is. Naarmate er meer patronen opduiken kunnen we die er stap voor stap aan toevoegen en uitvogelen waarom het een illusie is, wat de illusie creëert en wat er achter de illusie zit. Terwijl we de illusie onderzoeken, kunnen we ons ervan bewust zijn dat het een illusie is en ons realiseren dat zelfs wat we denken te weten illusoir kan zijn.
De Britse premier Winston Churchill beschreef Rusland in oorlogstijd als ‘een raadsel verpakt in een mysterie binnenin een enigma’. Deze zin zou veel langer zijn geweest als hij het over de werkelijkheid had gehad. Misschien ‘een illusoir raadsel verpakt in een illusoir mysterie binnen een illusoir enigma, dat verbijsterend, onverklaarbaar, perplex, verwarrend, onvoorstelbaar, raar, vreemd, eigenaardig, bizar en onthutsend is’. Ik kan nog wel even doorgaan. Maar er is één ding dat we wel weten en dat niet geloofwaardig in twijfel kan worden getrokken of ontkend: wat we ook denken te weten, er is altijd, altijd, meer te weten - een oneindigheid aan meer te weten in ons geval.
Om de wereld en de werkelijkheid te begrijpen moeten we ons voortdurend bewust zijn van wat we niet weten. Dat betekent bijna alles. De oude Griekse filosoof Socrates is beroemd omdat hij deze fundamentele waarheid inzag. Enkele citaten die aan hem worden toegeschreven zijn: ‘Weten is weten dat je niets weet. Dat is de betekenis van ware kennis’; ‘De enige ware wijsheid ligt in het weten dat je niets weet’; ‘... in het weten dat je niets weet, ben je de slimste van allemaal’.
Deze woorden zijn overduidelijk waar en dit besef heeft mij gedreven samen met alles wat ik de afgelopen drieënhalve decennia heb gedaan sinds mijn buitengewone ontwaken dat ik beschrijf in mijn boek De Val. Nederigheid is de basis hiervan. De nederigheid om te zeggen: ‘Ik weet het niet - dus wat weet ik niet?’ Dit stuwt en inspireert je om op zoek te gaan naar wat je niet weet. Er is nooit een punt waarop je zegt: ‘Ik snap het’. Je realiseert je dat dit de grootste illusie van allemaal is en een die grote delen van de mensheid gevangen houdt in de perceptuele gevangeniscel van ‘ik weet’. Onderzoek is voorbij zodra je dat gelooft. Waarom zou ik onderzoeken wat ik niet weet als ik het wel weet?