Al in mijn jeugd vond ik het soms moeilijk dat ik bepaalde dingen letterlijk anders zag dan de gemiddelde mens. Het beste leek mij om daar maar over te zwijgen. Dat ik regelmatig sterke voorgevoelens had die soms plotseling overgingen in een zekere proscopie, vond ik ook niet bepaald plezierig. Proscopie is een woord dat in sommige woordenboeken niet eens meer te vinden is, laat staan in het digitale woordenboek, waarin het moderne analfabetisme als een besmettelijk virus veel klassieke en poëtische woorden reduceert tot platte, populaire taal.
Een sterke proscopie overkwam mij in New York, waar ik samen met mijn collega in de periode dat ik als wetenschappelijk medewerker van de Bibliotheca Philosophica Hermetica te Amsterdam het graalmanuscript Roman de l’Estoire dou Graal van Robert de Boron moest ‘keuren’ en ophalen bij een rijke Joodse antiquaar. Dit dichtwerk, waarin beschreven staat dat Jozef van Arimathea het bloed van de Christus opvangt, is vanuit christelijk perspectief geschreven en heeft geen enkele connectie met de Arthurromans. De antiquaar draaide letterlijk om zichzelf heen en ‘verplichtte’ ons met hem mee rond te cirkelen om het contact met hem niet te verliezen, terwijl hij het manuscript stevig tussen beide handen omklemd hield. Hij vroeg een voor mijn collega en mij onvoorstelbaar hoog bedrag met veel nullen.
Ik moest aan Rembrandt van Rijn denken, de Nederlandse schilder, tekenaar en etser uit de 17de eeuw, die in vele opzichten geen gemakkelijk leven heeft geleid en wiens schilderijen en kunstwerken pas na zijn dood een doorbraak maakten. Het waren welgestelde musea en vooral miljonairs en miljardairs die zijn werken begonnen te kopen, de laatsten meestal uit een oogpunt van belegging. Op velerlei wijze heeft Rembrandt aan het leven van de Christus gestalte willen geven, waarbij je steeds weer proeft dat de diepte van het Christusmysterie zijn kunnen als schilder, etser en andere wijzen van uitdrukken oversteeg. In zijn clair-obscur, dat ook zijn eigen licht en schaduw toont op dit grootse mysterie, trachtte hij het onnoembare op velerlei wijze zichtbaar te maken in het besef dat iedere penseelstreek en iedere ets alleen maar een tekort uitdrukte. Christus was voor Rembrandt het leidend Licht in zijn leven.
Gelukkig ging ik bij de aankoop van dit graalmanuscript niet over het geld. Ik had trouwens niet het idee dat deze antiquaar ook maar enig besef had van de esoterische betekenis van de zoektocht naar de graal als een innerlijk pad naar het Licht. Daarentegen leek hij mij heel goed op de hoogte van de ‘bredeweg’ naar Wall Street, waar het gouden stierkalf vol begeerte de geldhandelaren en geldwisselaars van deze tijd dagelijks lokt op de geldmarkt van het illusoire leven, niet beseffend welke grote omwentelingen er onderweg zijn naar dit zelfzuchtige ‘beest’. Gezien de dollarstreepjes in zijn ogen had ik niet het idee dat hij ‘het graalverhaal als pad van de ziel’ kende, zoals zo fraai beschreven in het gelijknamige boek van Marianne van den Dungen.
Inhoudsopgave
Toeval bestaat niet
Intermezzo
Belogen en bedrogen
Oorsprong van het kwaad
Het Vaticaan als slangenkuil
‘Waar je hart is, is de wijsheid’
Samenzweringen bestaan gewoon
Grootste omwenteling aller tijden