Dit boek ontvouwt het verhaal van de spirituele ‘van arm naar rijk’ van een jonge man uit Kerala, die door pure toewijding, oprechtheid en vastberadenheid uitgroeide tot Sri ‘M’, een levende yogi. Met zijn eenvoudige proza deelt Sri M op een vriendelijke manier met de lezer zijn boeiende reizen dwars door de Himalaya, zijn diepgaande kennis van de Upanishad filosofie en diepe spirituele inzichten, voortgekomen uit zijn eigen ervaringen, die de lezer een unieke gedenkwaardige reis beloven.
Eén van de vele ongewone en intrigerende aspecten van dit verhaal is het feit, dat Sri M geboren werd als Mumtaz Ali Khan.
“Hou dingen simpel en direct. Geen bla-bla. Leef in de wereld zoals ieder ander. Grootheid wordt nooit tentoongespreid. Zij die dichtbij komen zullen het zelf ontdekken. Wees een voorbeeld voor je vrienden en medewerkers. Je kunt gelukkig in deze wereld leven en in overeenstemming met bewustzijn.”
Babaji
“Brahman komt van de stam ‘brh’, wat ‘uitbreiden’ betekent en deze
oneindige uitbreiding is een innerlijke werkelijkheid, die door de meeste mensen verkeerd begrepen wordt alsof het een uitwendig proces is. Dit misverstand is de oorzaak van alle lijden. Stel de leringen en technieken van Kriya beschikbaar voor hen, van wie je denkt dat ze er aan toe zijn en moge hun bewustzijn multidimensionaal worden.”
Sri M werd in Trivandrum, Kerala geboren. Op de leeftijd van negentienenhalf verliet hij zijn huis, aangetrokken door een vreemde en onweerstaanbare drang om naar de Himalaya te gaan.
In de Vyasa Grot, voorbij het heiligdom van Badrinath in de Himalaya, ontmoette hij zijn Meester en leefde zo’n drieënhalf jaar met hem, vrij rondtrekkend, de lengte en breedte van het met sneeuw bedekte gebied van de Himalaya. Wat hij leerde van zijn Meester Maheshwarnath Babaji, transformeerde zijn bewustzijn volledig.
Terug in de vlakten leidde hij een normaal leven, zoals zijn Meester hem had opgedragen, werkend voor zijn onderhoud, zijn sociale verplichtingen nakomend en tegelijkertijd zich voorbereidend om alles wat hij geleerd en ervaren had te onderwijzen. Op een teken van zijn Meester begon hij aan de onderwijs-periode van zijn leven. Tegenwoordig reist hij over de hele wereld om zijn ervaringen en kennis te delen.
Even thuis zijnde in de leringen van de voornaamste religies zegt Sri M, geboren als Mumtaz Ali Khan, vaak “Ga naar de kern. Theorieën zijn van geen enkel nut.”
Sri M is getrouwd en heeft twee kinderen. Hij leidt een eenvoudig leven, geeft onderwijs en staat aan het hoofd van de Satsang Stichting, een liefdadige instelling, die streeft naar uitmuntend onderricht en opvoeding. Op het moment woont hij in Madanapalli, Andhra Pradesh, slechts drie uur rijden van Bangalore.
Sri M
Alvorens u mee te nemen op deze avontuurlijke reis van de Zuidkust van India naar de besneeuwde hoogten van de geheimzinnige Himalaya en terug, waarbij ik buitengewone persoonlijkheden heb ontmoet en waarmee ik ongewone en ongelooflijke ervaringen heb gedeeld, wil ik graag nog een paar woorden zeggen, die alles in het juiste perspectief zullen plaatsen.
Tot op heden heb ik de meeste ervaringen waarover ik in dit boek heb geschreven in mijn hart bewaard. Zelfs mijn allerbeste vrienden konden mij niet overtuigen om meer dan een vingerwijzing los te laten over wat diep in mijn bewustzijn verborgen lag.
Waarom deed ik zo geheimzinnig over deze dingen en waarom heb ik de kaarten nu open gegooid, zoals men dat noemt? Laat me die vragen nu maar beantwoorden: ofschoon mijn leermeester Babaji er al op had gezinspeeld dat ik op een gegeven moment een autobiografie zou schrijven, bleef het groene signaal dat ik van hem verwachtte tot twee jaar geleden uit. Zelfs daarna bleef ik er nog gedurende zes maanden over nadenken, alvorens schoorvoetend met schrijven te beginnen en wel hoofdzakelijk om twee redenen: ten eerste was ik bang dat de oprechte spirituele zoeker, gegrepen door de verbeelding van het boeiende verhaal, de praktische en noodzakelijke aspecten van de spirituele reis niet zou snappen. Ten tweede, dat als de kritische lezer sommige delen van het verhaal ongeloofwaardig en vreemd zou vinden, hij het hele boek wel eens zou kunnen afdoen als een broodje aap.
De volgende feiten gaven echter de doorslag voor het schrijven van deze autobiografie: ten eerste; het kwam in mij op dat het mijn zaak was om op te schrijven wat ik had meegemaakt en dat ik het aan de kleine sceptische minderheid van lezers moest overlaten het al of niet te accepteren. Ik voelde dat ik niet eerlijk tegenover de meerderheid van lezers zou zijn, als ik uit angst voor die minderheid zou aarzelen mijn verhaal te vertellen.
Ten tweede; na de verschijning van De Autobiografie van een Yogi waren er maar heel weinig oorspronkelijke spirituele biografieën verschenen en zelfs de schrijvers daarvan leefden al lang niet meer en waren dus ook niet bereikbaar voor een discussie. En daarbij, hoe oorspronkelijk swami Yogananda’s autobiografie ook is, persoonlijk heeft hij niet veel tijd in de Himalaya doorgebracht. Daarom heb ik gedacht dat het juist nu belangrijk is om mijn ervaringen te vertellen, in het bijzonder die ik in de Himalaya heb gehad, zodat ik voor de lezer nog beschikbaar ben voor een één op één gesprek.
Ten derde; ik wilde aantonen dat grote Meesters, zoals Babaji en Sri Guru, de stroom van de spirituele evolutie in stilte en achter de schermen beïnvloeden, hoewel er maar weinigen zijn die van hun bestaan afweten.
Ik doe een beroep op de lezers die delen te negeren die hun al te fantastisch voorkomen om waar te zijn, als dat zo moet zijn, en de rest wel te lezen, zodat ze de grote leringen van Sri Guru en Babaji niet missen. Over mijn Guru kan ik alleen maar zeggen wat swami Vivekanada over zijn eigen Guru zei: “Een stofdeeltje van zijn gezegende voeten zou wel duizend Vivekananda’s hebben kunnen scheppen.” Vervang ‘Vivekananda’ door ‘M’ en u zult begrijpen wat ik bedoel.
Dus, beste lezers, ga met me mee op deze wonderlijke reis en moge de zegeningen van de Meesters met u zijn.