De financiële functie is ondergeschikt aan de politiek-bestuurlijke doelstellingen en uitgangspunten die de gemeenten en provincies zich stellen. Deze zijn divers en soms tegenstrijdig. Dat vraagt van alle betrokkenen dat inzicht bestaat in de samenhang der dingen.
In het handboek financiën voor gemeenten en provincies zijn alle aspecten van de financiële functie samengebracht en in onderlinge context geplaatst.Voor (niet) financiële medewerkers binnen en buiten de gemeenten en provincies bevat het handboek alle ingrediënten om kennis te nemen van de details en hoe deze zich tot elkaar verhouden. Het is aan hen om hierin samenhang te brengen en het overzicht te bewaken. Het handboek biedt voor bestuurders en managers een handvat om de financiële functie op hoofdlijnen te volgen en zo nodig bij te sturen.
Gemeenten en provincies omarmen het gehele maatschappelijk spectrum en de daaruit voortvloeiende politiek-bestuurlijke vraagstukken. De impact daarvan op de financiële positie van deze overheidsinstellingen is uitermate groot en kent een geheel eigen dynamiek. Met dit handboek wordt Raads- en Collegeleden, niet-financiële medewerkers (management en beleidsmakers) binnen de gemeenten en provincies en financiële specialisten van buiten, die de overstap naar gemeente en/of provincie willen maken, een handvat geboden om een samenhangend beeld te krijgen met betrekking tot alle financiële aspecten van deze decentrale overheden. Om dat beeld te krijgen kan niet worden volstaan met louter een weergave van de financiële gang van zaken en wat daar allemaal bij komt kijken. Voor een goed begrip van de financiën is het essentieel om te weten binnen wat voor een organisatie zich dat alles afspeelt. Hoe is deze organisatie opgebouwd? Welke actoren vervullen welke functies? En, welke positie neemt de gemeente en provincie in binnen het staatkundig bestel? Tegen deze achtergrond is het boek opgesplitst in drie delen.
Het eerste deel (hoofdstuk 1 tot en met 4) handelt over de organisatie: de plaats binnen het staatkundig bestel, de wet- en regelgeving die van toepassing is op gemeenten en provincies en dan met name die welke de financiële regelgeving raakt; de opbouw van de organisatie met al zijn actoren; de positie van afdeling financiën in dat geheel en de daaronder vallende taken, bevoegd- en verantwoordelijkheden en bijbehorende rollen.
Het tweede deel (hoofdstuk 5 tot en met 10) brengt vervolgens de financiële functie van de gemeente/provincie in beeld. Daarbij draait het om een budget georiënteerde organisatie met in de hoofdrol de planning en control cyclus en de daarbij behorende documenten.
Het derde deel omvat een reeks bijlagen waarin een aantal zaken nader is uitgediept.Daarbij staat continu de praktijk van alle dag op de voorgrond. Organisatie, financiële functie en praktische uitwerkingen vormen onderling één samenhangend geheel en vertellen in die zin het totale verhaal van de 'financiën van de gemeenten en provincies'.