Er zijn tot op heden zoveel mensen mijn pad gekruist en allemaal hebben ze, gewild of ongewild, bijgedragen aan het tot stand komen van dit boek. Sommige bleven kortstondig, anderen weer wat langer en vanzelfsprekend een aantal mijn hele leven. De meeste van deze ontmoetingen vond ik plezierig, soms indrukwekkend, maar vele ervan ook erg pijnlijk. Het waren juist die ervaringen die me het meeste stof tot nadenken gaven. Voor elke ontmoeting ben ik dan ook dankbaar omdat het me in positieve zin zoveel heeft gebracht. Inmiddels is het me duidelijk dat het nodig was voor het wakker maken van mijn bewustzijn. Maar wat bedoel ik daar nu mee? Ik wil u, als lezer, uitnodigen een klein stukje met mij mee te wandelen op het moeilijk begaanbare pad van onze bewustwording. Een pad waarop ieder van ons zijn eigen obstakels tegen zal komen.
Op jonge leeftijd werd ik door de klap van een ernstige aanrijding uit mijn lichaam geslingerd. Je zou verwachten dat deze uittreding voor mij als kind traumatisch zou zijn, maar dat was het niet. Integendeel, ik ervaarde het juist als heel natuurlijk, want in mijn beleving veranderde er niets. Wat het voor mij zo bijzonder maakte, was dat ik vanaf een afstand naar mezelf kon kijken. Al mijn zintuigen van horen, zien, en voelen waren nog steeds aanwezig. Deze uittreding duurde niet lang, maar lang genoeg voor mij om het niet meer te vergeten.
Door het ongeval overleed mijn jongste broer. De eerste vraag die ik mezelf stelde was: ‘waar is mijn broertje’? Ik kon terug mijn lichaam in en mijn broertje niet, ‘maar waar ging hij dan heen’? Want ik wist nu dat je buiten je lichaam kon leven. Ik had het immers zelf mogen ervaren.
De periode na het ongeval deelde ik mijn vragen omtrent die ervaring met anderen. Het werd mij al vrij snel duidelijk dat dat niet kon. Onbewust voelde ik dat men uit angst en onwetendheid liever niet met mijn vragen werd geconfronteerd. Mijn nieuwsgierigheid groeide en naarmate ik de puberteit naderde stelde ik mezelf steeds vaker deze vragen. Ik wilde weten wat het leven inhield. Waarom zijn wij hier? Wat is de betekenis van ons leven hier op aarde? Maar meer nog wilde ik weten wat het sterven nu precies inhield.
Ik voelde dat ik continu werd aangespoord door te zetten. Om te blijven onderzoeken. Ik verlangde naar steeds meer duidelijkheid. Zo begon ik me te verdiepen in literatuur over deze onderwerpen. Toch bracht alle kennis nog steeds niet de antwoorden waar ik zo vurig naar verlangde. Verrassend genoeg werd wat ik buiten mezelf probeerde te vinden een bijzondere reis naar het innerlijke mens zijn.
Langzaam aan, stapje voor stapje ging ik in mezelf op zoek naar de stilte. Door in mijzelf af te dalen werden hele subtiele veranderingen voelbaar. Kleine aanrakingen, noemde ik ze. Liefdevol, gevoelig en warm. Het voelde prettig en opvallend genoeg ook heel vertrouwd en werd vaak voelbaar in een voor mij moeilijk moment.
Ik begon hierover na te denken. Waar kwamen deze zo mooie gevoelens ineens vandaan? En wie was het die mij dit allemaal liet voelen? Want het waren niet mijn eigen gevoelens. Deze nieuwe gevoelens voelden voor mij zuiver, natuurlijk en oprecht. Mijn vragen kon ik met niemand delen. Ik kon gewoonweg de juiste woorden niet vinden. Door de jaren heen beleefde ik een aaneenschakeling van geestelijke ervaringen. Het waren prachtige ervaringen die zorgden dat al mijn twijfels werden weggenomen. Nooit is er ook maar een moment geweest dat het onnatuurlijk aanvoelde. Integendeel, het voelde allemaal zo vertrouwd en realistisch.
Toch bleef ik soms mijn ‘menselijke’ twijfels houden. Geestelijke twijfels zijn er nooit geweest. Gevoelens zijn erg moeilijk van mens tot mens uit te leggen, maar geestelijke communicatie is de werkelijke taal van gene zijde. Dat gebeurt altijd in het overbrengen van gevoelens. Daarmee kunnen geen fouten worden gemaakt. Het is de taal van de ‘geest’. Mijn geest werd steeds helderder. Het werd stiller in mezelf waardoor er steeds meer zicht- en voelbaar werd. Ik begon meer waar te nemen. Zoals een televisieprogramma zonder geluid, zo ervoer ik meer in de stilte en leerde ik het stoffelijke duidelijk te onderscheiden van het geestelijke.
Jaren later las ik de autobiografie Herinneringen, Dromen, Gedachten van Carl Gustav Jung. Deze passage ben ik nooit vergeten, omdat het zoveel herkenning gaf:
“Als men zegt dat ik een wijze ben, of een ‘wetende’ dan kan ik dat niet aanvaarden. Er heeft eens iemand een hoed vol water uit een stroom geschept. Wat heeft dat allemaal te betekenen?
Ik zelf ben deze stroom niet. Ik zit bij de stroom, maar ik doe niets. De meeste mensen zitten bij dezelfde stroom, maar meestal vinden ze dat ze alles zelf moeten doen. Ik doe niets. Ik denk nooit dat ík ervoor moet zorgen dat de kersen steeltjes krijgen. Ik sta te kijken, vol bewondering wat de natuur vermag.
Er bestaat een mooie, oude legende over een rabbi, aan wie een leerling kwam vragen: vroeger waren er mensen die God van aangezicht tot aangezicht gezien hebben, waarom zijn die er nu niet meer? De rabbi antwoorde: “omdat niemand meer zo diep kan bukken”. Je moet nu eenmaal diep bukken om iets uit het water te kunnen scheppen.
Het onderscheid tussen de meeste anderen en mezelf is dat bij mij de ‘tussenwanden’ doorzichtiger zijn. Dat is mijn eigenaardigheid. Bij anderen zijn ze vaak zo ondoorzichtig dat ze niets zien van wat er op de achtergrond gebeurt en daarom heb ik innerlijke zekerheid.”
Jung, 1999, p. 304
De dood, het leven na dit leven werd steeds belangrijker in mijn leven. Het deed me veel verdriet als ik het lijden om mij heen zag. Blijkens het spreekwoord “men lijdt het meest van het lijden wat men vreest” was de angst voor de dood hiervan de grootste oorzaak. Daar moest naar mijn gevoel verandering in komen. Zo werd de dood mijn passie, als het ware mijn ‘levensmissie.’ Belangrijk is dat ik nu weet, maar vooral vóél dat alle kennis waar iedereen zo naarstig naar zoekt in ieder van ons al aanwezig is. In de diepte van ons innerlijk ligt onze oorspronkelijke afkomst verborgen. Door onze geestelijke groei wordt dat bewustzijn beetje bij beetje wakker gemaakt. Alléén door de liefde. Een andere mogelijkheid is er niet.
Het denkbeeld ‘dood’ wat wij als mens creëerden is de grootste leugen die er voor ons op aarde bestaat. Er ís helemaal geen dood. Wat nu nog als ‘dood’ wordt ervaren is liefde in zijn hoogste vorm. Het woordje ‘dood’ uit onze woordenschat verwijderen zie ik dan ook als mijn allergrootste uitdaging. Het veroorzaakt onnoemelijk meer angst en lijden dan welke omstandigheid ook. Want leef je dan wel ten volle?
In dit boek komen in begrijpelijke bewoordingen diverse onderwerpen aan bod die geleidelijk aan tot de ontknoping leiden en antwoord geven op de vraag ‘is er leven na de dood’? Door de opeenvolgende thema’s worden we ons gewaar wie wij in ons diepste wezen zijn.
Het wordt ons duidelijk dat onze angsten met een gerust hart losgelaten mogen worden omdat de bouwstenen van onze levens gebaseerd zijn op onvoorwaardelijke liefde. Ieder mens zal in zijn ontwikkeling eenzelfde proces ervaren. In een van onze vele levens komt een keer dat moment. Men zal dan net als ik en zoals zovele anderen voor en na ons, vol verwondering en dankbaarheid het leven gaan ervaren. Wij mogen voelen dat het leven alleen maar leven ís, ook altijd is geweest en de dood slechts een illusie.
Patrys, juni, 2022