Twee jaar geleden lijkt het alsof ik, een 31-jarige ambitieuze vrouw, alles onder controle heb. Als coach voor werkzoekenden en trainer bedrijfscommunicatie vertrek ik vier ochtenden per week met kleine oogjes naar mijn werk. Daar begeleid en train ik met veel plezier en enthousiasme werkzoekenden in hun zoektocht naar een perfecte baan. Daarnaast loopt mijn huishouden op rolletjes. Mijn twee zoontjes van twee en vijf maken me ‘s nachts nog regelmatig wakker, maar ze zijn eindelijk door hun moeilijkste fase heen. Ik heb zelfs tijd om wekelijks veertig baantjes te trekken in het zwembad én om regelmatig LinkedIn-en Facebookupdates te posten. Dat ik elke avond om negen uur naar bed ga, dat zeg ik liever niet hardop. En dan begin ik te hoesten. Heel hard te hoesten.
Alsof dat niet genoeg is beland ik na een antibioticabehandeling van drie maanden definitief uitgeput op de bank. Het enige waar ik nog aan kan denken is beter worden. Alsof ziek zijn falen of een taboe is, zoek ik als een projectmanager van mijn eigen gezondheid angstvallig naar antwoorden, diagnoses en eventueel medicijnen die me de oplossing bieden. Ik hop vol hoop van arts naar specialist tot alternatief behandelaar en verwacht telkens de wonderoplossing. Helaas, zo werkt het niet. Het enige tastbare dat ik steeds mee naar huis neem is de rekening of een grappig verhaal.
Na een jaar krijg ik de diagnose hypersensitiviteitssyndroom en chronische vermoeidheid met ernstige somatische klachten (chronische hoest). Ondanks deze lange diagnose heeft niemand voor mij een kant-en-klaar genezingstraject in de la liggen. Mijn man grapt weleens: ‘Vraag je wel garantie? Mijn klanten betalen ook niet voor een product dat niet werkt of als ze niet tevreden zijn over de dienstverlening. Een verkoper denkt toch ook met je mee? Hij biedt zelfs after sales.’ Helaas is het niet zo eenvoudig wanneer een prachtig systeem van gezondheidszorg tegen zijn limieten aanloopt. We grijpen namelijk terug naar wat we kennen, maar weten niet wat we met het onbekende aan moeten.
Het telefoontje met de boodschap ‘Je situatie liet me niet los, ik heb het voor je opgezocht en de oplossing gevonden,’ blijft uit. Daarom ga ik zelf op zoek naar genezing op alle mogelijke manieren en schrijf ik mijn avonturen neer in dit boek. Mijn zoektocht mondt uit in een ware queeste en blijkt mijn grootste leerschool. Net zoals de hoofdpersonages in andere queesten is mijn reis er een van vechten, vallen en opstaan om de heilige graal van genezing te vinden. Het is een labiel, maar toch boeiend proces. Ik begin de eerste maanden heel nuchter, doelgericht en strijdvaardig aan de tocht, maar vorder allesbehalve pragmatisch en sterk. De ene dag zit ik vol hoop, de andere dag verdrink ik in wanhoop. Net dit proces probeer ik met dit boek herkenbaar te maken, want volgens mij ben ik niet alleen in hoe ik mijn ziekte ervaar.
Dit boek is er voor iedereen met een chronische ziekte, voor iedereen die zich onbegrepen voelt door de medische wereld, voor alle familieleden van zieken of voor mensen die zich afvragen wat die ogenschijnlijk gezond uitziende mensen nu eigenlijk de hele dag uitspoken terwijl ze zogezegd ziek thuiszitten. Lukt het me om op het eind van mijn queeste mijn heilige graal van gezondheid te vinden? Ik neem je graag mee in mijn avontuur waarin ik veel fouten maak, dingen ontdek waar ik nog nooit van gehoord heb, vreemde vogels tegenkom en een manier vind om mijzelf hoop op genezing te geven.