Door George Schermer
De Mongoolse prof. Burkulubu (spreek uit: Boer-Koe-Loei-Boe) van de universiteit Irkoetsk[1], deed een opmerkelijke uitspraak:
“Waar de waarheid het complot is en in de hemel zweeft, zwerft de leugen als rottend werkelijkheidsafval over de aarde”.
Toen ik dit als journalist las, dacht ik meteen, die man wil ik interviewen. En zo geschiedde …
‘Ja, zo luidt inderdaad mijn adagium en ik gebruik het tijdens mijn colleges’, zegt Burkulubu als ik over zijn uitspraak begin.
Op een terras drinken we samen een ‘Kopi Loewak’ koffie. Want goede koffie is voor de professor een eerste levensbehoefte. Hij schreef er zelfs een bestseller over: Handboek Koffiedrinken op Kantoor; een wetenschappelijke visie.
Wanneer ik hem vragend aankijk over dit gebruik in colleges, vervolgt hij zijn uitleg en begint over zijn specialismen: geschiedenis en maatschappijleer.
‘Eigenlijk heet het samenzweringsleer. Ik leer mijn studenten via een experiment alles over samenzweringen via de Grote Vier:
1. zij die over ons bepalen
2. zij die de waarheid verhullen
3. zij die de leugens accepteren als waarheid
4. zij die de leugens ontmaskeren Ikzelf speel 1. Ik bepaal tenslotte wat de studenten moeten leren. Daarvoor heb ik helpers nodig die mij toetsen op de feiten. Zij zijn de factcheckers (2).
Wat de studenten niet weten, is dat alle computers online zijn, maar dat wat ik hen vertel uit een database komt, waarvan de alfadata[2] is gemanipuleerd. Zo wek ik de suggestie dat ze vrij op internet naar objectieve informatie kunnen zoeken. Via een speciale veiligheidsprocedure, alleen bekend bij de systeembeheerder, kun je die gemanipuleerde data omzeilen.
Alle info is dus nep. Ik geef studenten een blauwe pil die ze voor rood aannemen. Zo nu en dan vraag ik de factcheckers of het wel klopt wat ik allemaal zeg. Dat ze kritisch moeten zijn. Zij checken dat via die gemanipuleerde database en knikken altijd glimlachend en bevestigend. Inmiddels zijn de studenten geframed met mijn onjuiste theorieën.
Zo halverwege het studiejaar geef ik enkele studenten ongemerkt toegang tot de juiste info. Die studenten zet ik bewust op tegen de factcheckers. Zo ontstaat er al snel commotie tussen de factcheckers, de believers en deze zogeheten sceptici. Ik noem ze complotdenkers en zeg dat ze geen leugens moeten verspreiden. Er ontstaat een hevige discussie. De zaal jubelt en de complotdenkers worden weggehoond. Om het drama compleet te maken, stuur ik die complotdenkers na twee maanden geharrewar de zaal uit. Ze zijn niet meer welkom.
Wanneer het einde van het studiejaar aanbreekt, verras ik de studenten met de mededeling dat ze geen eindwerk hoeven af te leveren en dat ze diezelfde dag al weten of ze wel of niet geslaagd zijn. Geroezemoes in de zaal en de studenten wachten in grote spanning af. Ik doe alsof ik alle namen één voor één ga voorlezen, maar zeg een woordje over slecht en goed nieuws.
Het slechte nieuws is dat alles wat zij hebben geleerd lariekoek was. Dan onthul ik dat de factcheckers, terwijl ik naar ze wijs, ook zijn voorgelogen.
Met een handgebaar als teken dat de complotdenkers de zaal in mogen komen (ik had ze later ingelicht over de situatie), zeg ik tegen de groep:
‘Kijk, deze lieden hadden als enigen toegang tot de juiste informatie. En jullie geloofden hen niet. Volgens jullie waren ze padje af, irritante complotgekkies, tunnelvisiekijkers, eigen bubbelbelevers, terwijl ze met hele goede argumenten kwamen.’
En dan komt het goede nieuws. Dat de studenten nu alles weten van maatschappijleer en geschiedenis, hoe het dus allemaal werkt. Want wie ben ik om hen iets over maatschappij en geschiedenis bij te brengen? Ik ben ook maar een mens die ooit iets is verteld. Maar … hoe het spel wordt gespeeld, hoe de kaarten liggen, dat kan wel worden blootgelegd en geleerd. Ik adviseer de studenten daarom altijd de ‘Grote Vier’ in gedachten te houden en zelf onderzoek te doen via alle mogelijke kanalen. En dan eindig ik traditiegetrouw met mijn adagium:
‘Speur naar de waarheid die alleen in jullie geesten zal blijven rondwaren en nooit op straat wordt gevonden, want daar ligt het stinkende zwerfafval van de leugen als onze werkelijkheid.’
Kortom, ze zijn allemaal cum laude geslaagd! Vervolgens wens ik ze succes en een fijne zomervakantie!
Ik was stomverbaasd. Gedachten dwaalden naar mijn eigen scholing.
Burkulubu schudde me weer wakker voor een slotvraag.
‘Wat is er van die groep studenten geworden?’ vraag ik.
‘Ze hebben een nieuw soort onderzoeksbureau opgericht, een … let op … recursieve dynamische organisatie.’
‘Pardon, wat is dat?!’
‘Dat antwoord blijf ik je schuldig, want ik moet gaan. Het nieuwe studiejaar begint. Maar iemand heeft daar een boek over geschreven, het heet geloof ik: Kosmisch Evenwicht.
En nog iets, die zogenaamde juiste informatie was voor een groot deel ook onjuist, de systeembeheerder had op zijn beurt mij jarenlang misleid en vertelde dat achter mijn rug om aan de studenten. Geniaal initiatief. Dat was precies het zetje wat studenten nodig hadden, dat ik zogezegd ook één van hun was.
Daarop vertrekt Burkulubu, de aktetas stevig omklemd. Hij loopt de trap op van de universiteit. Hij kijkt nog één keer achterom en zwaait beleefd naar me.
[1] Ligt in Rusland maar was het best bereikbaar voor Burkulubu
[2] Data van theoriën, anekdotes, e.d. dit i.t.t betadata dat veelal feiten betreft als jaartallen, namen en nummers