George Schermer
Donald Duck
Prof. Burkulubu deed weer eens een opmerkelijke uitspraak die mijn kinderen en ik ook lazen in de Donald Duck: “soms komt ie aan, soms gaat ie terug. Je wilt hem slaan, maar hij is te vlug”.
Ik belde Burkulubu op om hem hierover te interviewen. Zoals gewoonlijk drinken we op een terras een kop koffie. Voor ons op tafel ligt de Donald Duck open bij het verhaal over Akelige Arend. Prof. Burkulubu heeft het net uit. Hij wijst ernaar, kijkt me aan en doet meteen een onthulling.
‘Weet u, mevrouw Steller, de waarheid kan vaak niet serieus worden verteld. Daarom is er Donald Duck.’
‘Oh. Dus mijn kinderen hebben gelijk. Van dit verhaal slapen ze niet. Ramen en deuren moeten dicht en ze zoeken in alle kamerhoeken naar muggen om ze te dood te meppen. Doodsbang zijn ze.’
‘Het is typisch jeugdpropaganda. Stripbladen worden gebruikt om jongeren vroeg te laten wennen op de grote wereld buiten. Dagobert vertelt over de geldwereld. Mik Mak doet dat over voedsel en medicijnen. Willie Wortel en Akelige Arend doen dat over technische zaken.’
‘Wacht even. Beweert u nu serieus dat de Donald Duck officiële vakliteratuur is, verpakt als jeugdpropaganda?’
‘Mogelijk. Het mooie is, je kunt er gewoon over praten, want het is zogenaamd een gefantaseerd stripverhaal. Wie het leest staat er niet bij stil. Wie het overslaat, heeft er geen erg in en wie het weet, haalt er info uit. Maar hoe dan ook, the mind is set zoals dat heet. Het zaadje is geplant. Kinderstrips zijn de beste media als het gaat om mindcontrol.’
‘En dit verhaal heeft u geschreven?’
‘Nee. Ik heb er niets mee te maken.’
‘Waarom zit ik hier dan om u hierover te interviewen?’
‘Geen idee. U nodigde mij uit vanwege mijn citaat, die in de Donald Duck is overgenomen, waarvan ik niets wist. En toen dacht u zeker dat ik er iets mee te maken had?’
‘Ik moet het verhaal even samenvatten voor de lezers thuis, want die weten nu niet waar het over gaat.’
‘Goed, dan haal ik ondertussen een tweede koffie.’
‘Het verhaal speelt zich af tijdens een vogelgriep en Donald wil dat zijn neefjes Kwik, Kwek en Kwak een snavelmasker aantrekken. Ze weigeren, omdat ze als woudlopers weten dat virussen gewoon door het masker kunnen glippen, omdat ze te klein zijn.
Donald wordt kwaad en vraagt Willie Wortel of hij een snavelmasker kan uitvinden die geen virus doorlaat of eentje die de neefjes wél willen aantrekken. Maar bij elke snavelmasker die Willie uitvindt, krijgen de neefjes niet genoeg zuurstof, ruiken ze niets en kwaken ze onverstaanbare eendentaal.
Willie wordt intussen afgeluisterd door Akelige Arend. Arend weet genoeg en gaat ook aan de slag. Hij vindt de Prikkies uit. Dat zijn drie mini-drones die exact op een mug lijken. Het enige verschil is dat deze Prikkies precies weten wie Kwik, Kwek en Kwak zijn, waar ze wonen en wat ze allemaal uitspoken. Die informatie verzamelt Akelige Arend via een zendmast in de buurt van het huis van de neefjes. Via GPS-coördinaten vliegen de Prikkies naar het huis van de neefjes. Daar weet elke Prikkie afzonderlijk zijn eigen neefje te vinden en te insecteren. Kwik, Kwek en Kwak worden gestoken en krijgen dan een giftig goedje binnen.
Kwik, de opstandige, wordt plots een volgzame eend. Want als Donald weer eens moppert over snavelmaskers die ze moeten aantrekken, doet Kwik meteen wat hij zegt. Kwek, die als tweede altijd vlak achter Kwik aanwaggelt, neemt plotseling 1.5 m afstand. Kwak die verkouden is, niest keurig netjes in zijn vleugel. Donald snapt er niets van. Waarom doen ze nu precies wat hij ze vraagt? Maar ook als de vogelgriep allang voorbij is, blijven zijn neefjes uiterst braaf gehoorzaam. Ook andere dingen die Donald hen vraagt, doen ze zonder tegenstribbelen. Donald vindt zijn neefjes helemaal niet meer leuk. Hij mist de opstandige Kwik, de brutale Kwek en de kwajongen Kwak. Donald smeekt of ze weer normaal willen doen, maar de neefjes antwoorden dat dit het nieuwe normaal is.
Donald gaat ten einde raad naar madam Mik Mak. Kan zij de neefjes genezen? Mik Mak zegt dat zij wel een middeltje heeft: waterzuur, witte schoensmeer en een beetje stinkzeep. Donald neemt een hele fles mee en doet dat in de limonade van de neefjes. Kwik doet zijn snavelmasker af om te drinken die hij daarna ook niet meer draagt en begint opstandig te vloeken dat het zulke vieze limonade is. Kwek drinkt ook een slok en gooit brutaal de limonade naar Donald. Kwak neemt een slok en proest tierend alles in het gezicht van Donald. Eendelijk, denkt Donald, ze doen weer normaal en ze leefden nog lang en gelukkig.’
‘Dus dit verhaal is propaganda?’ vraag ik aan Burkulubu die inmiddels terugkomt met twee koffie.
‘Ja. Disney staat in nauwe relatie met een zware booswichtenclub.’
‘U bedoelt, er bestaat een instituut die werkelijk bezig is met een combinatie van nanotechnologie en microtechnologie voor het opsporen van individuen en dan kunstmatige virussen inbrengen?’
‘Geen idee, maar wat denkt uzelf? Waarom doen we de dingen die we doen? Omdat het kan.’
‘Waarom zou men zoiets doen?’
‘Om elk individu persoonlijk kunstmatig te programmeren zoals we robotten fabriceren. Transhumanisten hebben het doel om de mens binnen een veilig gecontroleerd kader te krijgen. Men kan mensen nu snel detecteren via 5G masten, internet en smartfoon. Wat spookt iemand uit, waar woont en werkt iemand, wie zijn de connecties, is er een strafblad, ziektebeeld, leeftijd, enz. Op grond daarvan kan men een virus personaliseren die aan bepaalde veiligheidsdoelen voldoet. Zoals het stoppen van de explosieve overbevolking en gedragscorrecties.’
‘Laatst las ik in een boek over een samenwerking tussen technologie en samenleving om dergelijke onethische technologie te voorkomen. Mensen buiten de tech-bubbel moeten betrokken worden in deze technologische ontwikkeling en een gelijke stem hebben, zodat het belang van bepaalde groepen niet eenzijdig wordt behartigt.’
‘Je bedoelt het boek Een handreiking voor een positieve toekomst?’
‘Ja met Kosmisch Evenwicht als hoofdtitel.’
Burkulubu staat op en betaalt de koffie. We wisselen nog wat woorden en ik zie hem daarna de trap van het universiteitsgebouw oplopen. Hij draait zich om en roept:
‘Je moet Asterix en Obelix en hun illegale handel in toverdrank eens lezen. Of Sjors en Sjimmie gaan naar de Maan.’
Ik pakte mijn spullen bij elkaar en liep direct naar de dichtstbijzijnde boekhandel. Wie had dat gedacht: stripboeken als informatiekanaal van nieuwe economieën.