Jaska de Bree
Voedselvergiftiging
In mijn column ‘Het is oorlog’ beloofde ik de pen op te pakken tegen virusbevorderende instituties. En beloofd is beloofd.
Laat ik beginnen met de voedselindustrie. En hun grootste vazallen: de supermarkten.
Die ons langzaan maar zeker met hun voedselproducten vergiftigen. Ons afweersysteem naar de verdommenis helpen.
Vanaf dat Covid 19 ons de oorlog schijnt te hebben verklaard, bekruipt mij een unheimisch gevoel bij het betreden van een supermarkt.
Nee, niet door die karretjes die je tegenwoordig zelf dient te ontsmetten.
Ook niet vanwege het verhoogde besmettingsgevaar door het aircosysteem.
En niet omdat personeel zich eensgezind tussen de covidregels ontduikende klanten mengt.
Ik ga naar de andere kant van de sluier als het mijn tijd is.
Unheimisch omdat ik me scherper dan ooit realiseer hoeveel invloed deze branche heeft op ons consumptiegedrag. En daarmee op onze gezondheid. En daarmee op ons afweersysteem.
Schappen vol met voedingsmiddelen die de kans op obesitas, diabetes 2, hart-en vaatziekten en kanker minimaal bevorderen, zo niet veroorzaken. Tegen lage prijzen, waardoor in ieder geval de minder draagkrachtigen onder ons gedwongen worden daar hun boodschappen te doen. Trouwens, waar moet je het anders halen? De bakker, melkboer, slager, kruidenier, groenteboer, slijterij en poelier (weet u nog wat dat is?) zijn zo goed als verdwenen.
Het is niet alleen vanuit menselijk oogpunt of vanuit nostalgie jammer dat de kleine middenstand verdween. Met die teloorgang verdween iets veel essentiëlers: kwaliteit van de verkochte producten. Want die werd gegarandeerd door de liefde van die middenstander voor zijn detailhandel en de vereiste grondige kennis van zaken. Kom daar nog eens om.
Ook de toeleveranciers leverden kwaliteit en rekenden billijke prijzen. Omdat ze voor hun omzet afhankelijk waren van die kleine middenstand.
Zij waren niet perse betere mensen dan hun grootschalige opvolgers. Ze waren wel onderling afhankelijk op een schaal die door henzelf beïnvloedbaar was. De lijnen waren korter.
Met kwaliteitsgarantie en hun service aan – en aandacht voor de klant, deed de kleine middenstand aan klantenbinding. Wisten ze zich te onderscheiden.
Voor de overheid was contact en kwaliteitscontrole ook eenvoudiger en directer.
Omdat de afbraak van de Nederlandse voedselverwerkende industrie vanwege overname door multinationals, met in hun kielzog de supermarkten, nog niet had toegeslagen.
En dan heb ik het nog niet eens over de milieuschade en het dierenleed door de vaak krankzinnig lange footprints van groente, fruit en vee. Terwijl we meer dan voldoende daarvan in eigen land hebben. Gevolg van de globalisering en het groeieconomie adagium.
Het bruto nationaal product als maatgevend voor welvaart, in plaats van het bruto nationaal geluk.
De voedselindustrie is allang over de gehele wereld verspreid. In handen van de grote jongens en meisjes. Onzichtbaar. Onaantastbaar. Voor wie niet de kwaliteit telt maar het grote geld, de aandelenkoersen. Zeker niet onze gezondheid. Laat staan het milieu.
Met het verdwijnen van de kleine middenstand verdween ook de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het product. Waar zij, anders dan het supermarkt personeel, zélf verstand van hadden. En op aanspreekbaar waren.
Dit covidvirus en vooral de getroffen maatregelen, brengen veel leed. Het brengt echter ook indringender dan ooit aan het licht dat ons afweersysteem aan een grote opknapbeurt toe is. Dat met name ons eetpatroon drastisch moet veranderen.
En vooral: dat we dat niet moeten laten afhangen van de veranderbereidheid van supers en hun toeleveranciers.
Of van de overheid die zo halsstarrig niets onderneemt tegen die onverantwoordelijke houding van de voedselindustrie. Waar blijven huizenhoge boetes voor het op de markt brengen van aantoonbaar ziekmakende voedselproducten? Waar de accijnsheffing op dergelijke producten ter ontmoediging van het volk? Het is gelukt met de tabaksindustrie. Waarom niet hiermee? Als we dan al de oogkleppen ophouden voor de voortdurende roofbouw op onze planeet, dan zouden we toch minstens aan weerstandopbouw moeten doen? Om beter opgewassen te zijn tegen de gevolgen van de ineenstorting van ons milieu. Zoals bijvoorbeeld virussen. En zo mede de enorme druk op de gezondheidszorg verminderen. En daarmee ook de kosten. Preventie in plaats van de nadruk op curatie. Dat laatste zo prettig kasspekkend voor de farmaceutische industrie. Over die ziekmakende tak van sport een ander keer meer.
Begin een kruidenbak op uw balkon, leg een moestuintje aan, koop minder voedsel maar van betere kwaliteit bij de natuurvoedingswinkel, de nog overgebleven groenteboer of bakker. Of rechtstreeks bij de boer. Voor vlees via de website koop een koe, varken, geit, kip, kalkoen. Nee ik heb geen aandelen.[1]
Koop in de supers zoveel mogelijk biologische en vegetarische producten. Hoe meer we dat doen, hoe meer ze dat segment zullen uitbreiden. Hoe goedkoper het zal worden.
Drink geen, of minstens veel minder, frisdranken of alcohol, maar water of thee.
Maar bovenal: kijk kritisch naar uw eigen gedragspatroon in deze.
Stop de voedselvergiftiging.
Verbeter de volksgezondheid, begin bij uzelf.
Jaska de Bree
[1] Een dier wordt, op diervriendelijke wijze, pas geslacht wanneer hij helemaal verkocht is. Tot die tijd heeft het een prettig leven onder soortgenoten. De slager die het dier slacht zorgt voor de uitbening en handzaam verpakte porties.
Die door koeriers bij u thuis worden bezorgd. Tegen met supers concurrerende prijzen. Het vlees is niet alleen antibiotica vrij, maar door de bewegingsvrijheid van de dieren ook beter doorbloed. En daardoor lekkerder.
Omdat alle tussenhandel wegvalt krijgen boeren die biodynamisch ( willen) werken een eerlijke prijs voor hun vee en gevogelte. Kijk op www.koopeenkoe.nl. Of koopeenvarken, koopeengeit, koopeenkip etc.